Vergeet de gevaarlijke röntgenstralen. Met een warmtecamera zijn motortjes in koersfietsen op te sporen. En dat tijdens de koers langs het parcours. Dat ontdekte ingenieur Jeroen Peeters (UAntwerpen) in de loop van zijn doctoraatsonderzoek.

Sinds de affaire rond Femke Van den Driessche op het WK veldrijden
zijn ze brandend actueel: koersfietsen met een motortje. Mechanische doping, heet dat. Maar hoe spoor je ze op? Controleurs kunnen koersfietsen scannen met röntgenstraling, maar dat noemde het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (Fanc) te gevaarlijk.

Jeroen Peeters, die aan de Universiteit Antwerpen bij de onderzoeksgroep Op3Mech doctoreert in de toegepaste ingenieurswetenschappen, heeft een veilig alternatief gevonden: een warmtecamera. Zo’n motortje geeft immers niet alleen extra power aan de coureur, het produceert ook warmte. En de camera kan die detecteren.

‘Ik was al bezig met thermografie toen de eerste geruchten opdoken over Fabian Cancellara. Een collega vroeg zich af of de technologie die ik bestudeer ook daar niet op van toepassing kon zijn.’

Peeters sloeg aan het experimenteren. Hij stopte een motortje in een fietsframe en jawel, het werd zichtbaar op de beelden van de warmtecamera. ‘De camera is erg nauwkeurig, tot op een tiende van een graad Celsius, maar de resultaten overtroffen toch onze verwachtingen,’ zegt Peeters.

Het ging om een kleine gelijkstroommotor, die amper 2 tot 3 watt produceert. De exemplaren waarvan sprake in het wielrennen zijn goed voor zeker 200 watt. ‘Als de camera er deze al uithaalt, kan hij zeker de grotere opsporen.’

De fiets hoeft niet aangeraakt te worden om na te gaan of er fraude in het spel is. ‘Als er een mobiele variant van de camera gemaakt wordt, kan hij zo op de eerste rij naast het parcours geposteerd worden en goed werken’, meent de ingenieur. Valsspelers kunnen zo op, wel ja, heterdaad betrapt worden. ‘Al moet je wel over de nodige expertise beschikken om de beelden – de camera maakt er 200 per seconde – correct te interpreteren.’ Als de juiste zadelbuis aan de juiste renner gelinkt kan worden, is zelfs een peloton te behappen.

De fraudefiets moet rijden of gereden hebben om opspoorbaar te zijn. Voor de start werkt deze methode niet, dan produceert de motor immers nog geen warmte.

Peeters denkt niet dat de UCI morgen aan de lijn zal hangen om zijn vinding te gaan gebruiken. ‘Uit contacten met de wielerwereld leid ik af dat die kans eerder klein is.’

Jeroen is zelf niet eens een koersfanaat. ‘Mijn collega die me stimuleerde is wel een groot wielerliefhebber, ik ga liever zelf fietsen. Mij was het om de fair play te doen. En om de wetenschappelijke onderbouw, natuurlijk.’

Bron: De Standaard